Dansles carnaval voor 5- tot 10-jarigen

Lesdoelen:

  • Op de maat kunnen stappen: op onze tenen, op onze hielen, klein, groot, zwaar, zachtjes, …
  • Al stappend opgegeven figuren kunnen vormen
  • Kunnen huppelen.

Lesverloop:

Onthaal:

  • We starten de les in kring, rechtstaand, handen los:
    De lkr. heeft clownschoenen bij. Elk kind om beurt, mag in de kring gaan zitten en met zijn/haar handen de schoenen pasjes laten doen. De andere kinderen doen die pasjes na.

Begeleidende muziek kan zijn: carnavalsliedjes, liedjes van Kapitein Winokio, studio 100, …

Eigenlijk lesverloop:

A

  • We blijven in de kring, maar gaan zitten. Lkr. geeft uitleg over het volgende lied: “Rommelpotterij”. Muziek en partituur van dit lied kan op internet gevonden worden. Dit is een kort Oudhollands volkslied, dat kinderen op carnavalsavond zongen van deur tot deur om snoepjes of geld op te halen. Ze gebruikten hierbij een rommelpot als muziekinstrument.
  • Wat is een rommelpot? Dit is een heel oud instrument. Het werd gemaakt met een pot waarover een varkensblaas getrokken werd met in het midden een stuk riet in. Als het riet heen en weer werd getrokken maakte de pot geluid.
  • We zingen de tekst van het lied: “Rommelpotterij, rommelpotterij, geef me’n centje, dan ga ik voorbij, ‘k heb geen geld om brood te kopen daarom moet ik met de rommelpot lopen. Rommelpotterij, rommelpotterij, geef me ’n centje dan ga ik voorbij.”
  • We luisteren naar het lied.
  • We staan terug recht en dansen als volgt:
    8 huppelpassen,
    met 2 sprongen op beide voeten ter plaatse een halve toer om naar rechts + met 4 vluggere sprongen op beide voeten nog een halve toer om naar rechts. X2
    8 bijtrekpassen of 8 huppelpassen.

B

We gaan een carnavalstoet maken. Door een slinger te vormen (handen geven) en de polonaise te dansen op het ritme van de muziek.

Het eerste kind van de slinger is Prins Carnaval en de leider. Als het eerste kind zijn/haar hand opsteekt, wordt het achterste kind van onze slinger Prins Carnaval, we zijn dus van richting veranderd.

De lkr. geeft instructies over hoe er gedanst moet worden: op de tenen, op de hielen, groot, klein, zwaar, zachtjes, huppelen, op onze knieën, …

De lkr. vraagt om de figuur te maken die op een groot blad wordt omhoog gestoken: rechthoek, cirkel, acht, …

We maken een stilstaande poort: de voorste twee kinderen heffen hun armen op (handen niet loslaten) en vormen zo een poortje waaronder het laatste kind van onze slinger als eerste doorgaat en zo de hele slinger eronderdoor trekt. Als laatste draait het tweede kind onder de eigen arm. We zijn van richting veranderd.

We kunnen ook proberen om een cirkel op te winden. Door in een cirkel te lopen ontstaat een kring. Deze kunnen we opwinden door binnen langs te gaan lopen in een spiraal naar het midden. Is de hele slinger opgewonden dan moeten we proberen om er weer uit te komen. Ofwel draait de leider linksom en wandelt zo terug door de spiraalgangen. Ofwel blijft iedereen staan en loopt de leider onder de armen van de windingen door recht naar buiten, om dan terug in een kring te lopen. Zo wordt de spiraal afgewonden.

Mogelijke muziekkeuze: Elk gek lied, waarvan de tekst aangepast is aan het niveau van de kinderen en met een polonaisetempo kan hiervoor gebruikt worden.

Afsluiting:

De kinderen worden als afsluiter getrakteerd op cake. Maar deze cake moeten ze eerst via een spelletje samenstellen.

In de ruimte liggen 5 matjes (in elke hoek 1 en 1 in het midden). Het middelste matje is de deegkom.

De lkr. duidt 1 tikker aan, dat is de kok. De tikker krijgt een koksmuts en een keukenschort.

De lkr. deelt de andere kinderen in 3 groepen: een groepje melk, een groepje bloem en een groepje eieren. Elk groepje staat op een apart matje. 1 matje is dus leeg.

Nu moet de tikker alle ingrediënten verzamelen die hij nodig heeft voor de cake. Als de tikker roept “ik wil bloem”, lopen alle kinderen uit het groepje bloem naar het lege matje. De tikker probeert hen te tikken. Kinderen die getikt zijn gaan in de deegkom (het middelste matje). Zo kan de tikker ook roepen: “ik wil eieren” of “ik wil melk”.

Als iedereen getikt werd, mag de mengkom goed gemixt worden. De kideren mogen dan even heel gek doen.

Daarna gaat iedereen op een rijtje op een bank zitten en wordt er cake en drank uitgedeeld.