Dansles Broeder Jacob voor 5- tot 7-jarigen

Volksdans voor kinderen (5-7 jaar)

In te oefenen liedje: Broeder Jacob

In te oefenen dans: Broeder Jacob

Lesdoelen:

  • per twee een toertje kunnen maken in 6 huppelpassen en terug mooi eindigen in beginpositie,
  • Volgende klapfiguur op de maat kunnen uitvoeren: klap met beide handen op de eigen billen, in eigen handen klappen, tegen de handen van de danspartner klappen,
  • Een toertje rond zichzelf kunnen draaien in 3 sprongen,

Lesverloop:

Onthaal:

  • We starten de les zittend in kring: de lkr. vertelt kort over de dans van vandaag. Broeder Jacob: wie kent dit liedje?
  • Concentratieoefening: ritme voorklappen:  – – – – _ _ _ . Kinderen klappen het ritme na. (Pas het ritme aan aan de leeftijd van de kinderen).
  • Spel (opwarming): tikkertje verlos. Wie getikt is blijft staan met het gezicht naar het sportraam. Iemand verlossen doe je door voor deze persoon te gaan staan, handen te geven en toertje rond te doen in 6 huppelpasjes tot op exact dezelfde plaats. (kinderen tellen luidop, de lkr. controleert of ze terug uitkomen op dezelfde plaats). Regel: je tikt niemand die iemand verlost!

Eigenlijk lesverloop:

A

  • Verdeel de kinderen in groepjes, opgesteld in 2 of meerdere rijen, voor een estafettespel. Laat ze om ter snelste het volgende doorgeven:
    • Een klap in de handen (om het spel duidelijk te maken). De eerste draait zich achterom en klapt in de handen, dan mag de volgende, in welke rij bereikt de klap als eerste de laatste persoon?
    • Klapfiguur: Het eerste kind draait zich om, klapt op de eigen billen, klapt in de eigen handen en klapt op de handen van de volgende. De volgende draait zich om en doet hetzelfde. Welke rij is eerst klaar?
    • De voorste kinderen krijgen een stokje. Ze doen in 3 sprongen een toertje rond zichzelf en geven het stokje daarna tussen hun benen door naar de volgende. De laatste loopt met het stokje tot aan het sportraam. De oefening kan herhaalt worden indien gewenst, laat de persoon aan het sportraam dan als eerste gaan staan.

B

We geven in onze rijtjes handen aan elkaar en maken samen 1 grote kring. Laat de handen los en ga zitten.

  • We zingen Broeder Jacob:
    • Eerst allemaal samen
      Broeder Jacob x2, Slaapt gij nog? X2, Hoor de klokken luiden. X2, Bim bam bom x2.
    • We gaan de kring rond door 1 voor 1 of 2 per 2 een zin te zingen.
    • Lkr. wijst willekeurig kinderen aan die verder zingen.
    • We zingen samen met de muziek.
    • Afbeelding met tekst

Automatisch gegenereerde beschrijvingLukt het ook in canon? (niet voor de jongste kinderen)
  • We staan allemaal terug recht. De lkr. deelt de kinderen in per 2 en zorgt ervoor dat ze in een dubbele flankkring staan. De kleinste kinderen staan aan de binnenkant van de cirkel. We staan met ons gezicht in de dansrichting (tegen de zon).
  • We oefenen de danspasjes zin per zin:
    Broeder Jacob, Broeder Jacob: 7 passen vooruit stappen, op tel 8 (“-cob”) draaien we naar elkaar (naar elkaar kijken). (Voor oudere kinderen kan je dit moeilijker maken door volgende aanpassing: 3 stappen vooruit, op tel 4 naar elkaar draaien en verder draaien met de rug naar de dansrichting, 3 stappen achteruit en op tel 8 naar elkaar draaien.)
    Slaapt gij nog? Slaapt gij nog?: 3 passen achteruit (we gaan uit elkaar), op tel 4 klappen we in onze handen, 3 passen vooruit (we gaan terug naar elkaar), op tel 4 klappen we in onze handen.
    Hoor de klokken luiden. Hoor de klokken luiden: we haken onze rechterarm in bij onze danspartner en draaien een toertje rond in huppelpas (11 tellen, op tel 12 moeten we eindigen met ons gezicht naar onze danspartner).
    Oudere kinderen kan je na 6 tellen de linkerarm laten inhaken en zo van draairichting laten veranderen.
    Bim, bam, bom. Bim, bam, bom.: We klappen op onze billen, in onze handen en op de handen van onze danspatner (x2).
  • We dansen het hele dansje door (We zingen nog zelf mee, geen muziek
  • Als de hele dans in de juiste volgorde lukt, zingt de lkr. de zinnen in een willekeurige volgorde. Testen hoe snel de kinderen kunnen reageren met de juiste danspassen.
  • We dansen op de muziek.

Afsluiting:

De kinderen gaan op 1 rij op de bank zitten om water te drinken. De lkr. fluistert een zin in het oor van het eerste kind (vb. de slome slak slaapt in de slappe sla, pas de zin aan aan de leeftijd van de kinderen). Dit kind fluistert de zin door naar de volgende op de bank. Welke zin werd er begrepen door het laatste kind?